Zweetwerktraining
Ten behoeve van de zweetwerktrainingen worden geen sporen van aangeschoten of aangereden wild gevolgd maar worden de te lopen sporen voorafgaand aan de training door de trainer uitgezet. Aan het begin van ieder spoor wordt een wondbed gemaakt (een simulatie van de plaats waar het dier is aangeschoten of aangereden) en aan het einde van ieder spoor vinden voorjager en hond het eindstuk.
Aan de hand van de analyse van het wondbed bepaalt de voorjager welk soort grofwild er is gevlucht, waar het dier is gewond of geraakt en welke richting het mogelijk op is gegaan. Het analyseren van het wondbed geeft de voorjager vaak veel inzicht in wat hij bij de nazoek kan verwachten en hoelang deze zal duren.
De hond wordt op het gesimuleerde wondbed aangezet en afhankelijk van de ervaring van de hond zal deze het zweetspoor oppakken en verder volgen. De voorjager volgt de hond aan een lange lijn, hij ‘leest’ de signalen die de hond op het spoor afgeeft en scant de omgeving op verwijzingen (bijvoorbeeld prenten (pootafdrukken), zweet en snijhaar) om op die manier te zien of de hond op het spoor zit.
Afhankelijk van de ervaring van voorjager en hond is het spoor dat wordt uitgezet een vers (2 á 3 uur) of een oud(er) spoor (tot ca. 24 uur) en varieert dit in lengte variërend van ca. 300 tot ca. 900 meter.
Aan het eind van ieder spoor vinden de voorjager en de hond het eindstuk. Dit kan zijn een loper (poot) of vacht dat overeenkomt met het soort zweetspoor (ree, edelhert of zwijn) dat voorjager en hond hebben gevolgd.
Is elke hond geschikt voor zweetwerk
Bij alle vormen van hondensport geldt dat het ene ras meer geschikt is dan het andere. De Beierse Bergzweethond en de Hannoveraanse zweethond zijn met name geschikt om in te zetten voor de nazoek van ziek geschoten of aangereden grote hoefdieren. Maar ook andere rassen (brakken, dashonden etc.) leveren goede prestaties bij het uitwerken van zweetsporen. Belangrijk is de motivatie van de hond en daarmee het enthousiasme waarmee voorjager en hond met elkaar samenwerken. Daarmee is in principe is elke gemotiveerde combinatie (hond en voorjager) in staat om het uitwerken van een zweetspoor te leren.
Wat levert zweetwerk op voor de hond en de voorjager
Elke hond heeft plezier in het gebruiken van zijn neus, daarnaast is gebleken dat het intensief gebruiken van de neus, en dus ook zweetwerk, positieve invloed heeft op de hond;
- drukke honden worden vaak rustiger
- onzekere honden worden vaak zelfverzekerder
- de relatie tussen hond en eigenaar verbetert
Kan mijn hond na het volgen van de zweetwerktrainingen nog wel loslopen in het bos?
Bij veel mensen bestaat de angst dat hun hond na het volgen van de zweetwerktrainingen ook tijdens de dagelijkse wandelingen wild gaat najagen. De vraag is dan ook vaak: ‘Kan mijn hond na het volgen van de zweetwerktrainingen nog wel loslopen in het bos?’ Ja dat kan, maar natuurlijk is het wel belangrijk dat de hond goed onder appel staat. De hond heeft tijdens de trainingen geleerd dat het start- en eindritueel onderdeel zijn van het volgen van een zweetspoor. Dat het betekent dat de hond dan aan het werk is. Wanneer het start- en eindritueel achterwege blijven zal de hond leren dat het volgen van een spoor niet nodig en ook niet gewenst is.
Waaruit bestaat de basis zweetwerkuitrusting?
Voor deelname aan de zweetwerktrainingen zijn halsband en riem of jachtlijn nodig om de hond voor en na het lopen van het spoor te begeleiden. Tijdens het lopen van het spoor wordt gebruik gemaakt van een zweetlijn (10 meter) met zweethalsband of tuig (de zogenaamde werkkleding van de hond). Verder is een (rug)tas handig om tijdens het lopen van het spoor halsband en riem in op te bergen en om water en een beloning voor de hond in mee te nemen.
Op de trainigingslocatie
Tijdens de zweetwerktrainingen zijn we te gast op privéterreinen in de omgeving van Apeldoorn. Er wordt getraind op afwisselende terreinen wat betreft bodem, vegetatie en verleiding van zwartwild en reewild. Bij de trainingssporen wordt afwisselend gebruik gemaakt van herten-, reeën- of zwijnenzweet.
Gedurende de trainingen staan welzijn en veiligheid van de honden voorop. De honden zijn zowel voor, tijdens als na de training aangelijnd. Wanneer de hond niet aan het werk is verblijft deze in de auto. Zorg dus het liefst voor een autobench, voldoende mogelijkheid voor ventilatie en water voor de hond.
De trainingen gaan in principe onder alle weersomstandigheden door. Afhankelijk van de weersomstandigheden zijn daarbij passende kleding en schoeisel van belang. Bij extreme wind of extreem hoge temperaturen worden de trainingen afgelast.