Interesse in zweetwerktrainingen?
Persoonlijk en op maat
Tijdens de trainingen is er persoonlijke aandacht voor zowel de hond als de voorjager. Elke combinatie loopt een eigen spoor afgestemd op de kennis en kunde van hond en voorjager.
Het speurwerk van een hond en de voorjager (begeleider) naar gevluchte grote hoefdieren die zijn aangeschoten of aangereden noemen we zweetwerk. Zweet is de jagersterm voor het bloed dat het gewonde dier in zijn vlucht achterlaat. Het zweetspoor bestaat overigens niet alleen uit bloed maar ook uit de angstgeur die het gewonde dier uitscheidt via de zweetklieren en soms ook snijhaar dat het onderweg verliest. Daarnaast verstoort het gewonde dier in zijn vlucht de vegetatie. De bacteriën die zorgen voor de afbraak van de vertrapte plantenresten produceren gassen die ook een onderdeel van het spoor vormen.
We kennen in Nederland vijf soorten grote hoefdieren; het ree, het hert, het damhert, het wildzwijn en de moeflon. Wanneer deze dieren gewond raken door een verkeerd afgegeven schot of een aanrijding, vluchten zij en houden zich daarna vaak schuil in de dekking. Als er dan geen actie wordt ondernomen zal het gewonde dier een langzame en vaak pijnlijke dood sterven. Om dit te voorkomen doet een gespecialiseerd team van voorjager en (zweet)hond een nazoek naar het gewonde dier. Vaak gaat er tijdens de nazoek ook een jager mee die het gewonde dier, als het is gevonden, uit zijn lijden kan verlossen.
Het uitwerken van het zweetspoor tijdens de nazoek is vaak een intensieve en tijdrovende bezigheid. Het vraagt een goede samenwerking tussen de voorjager en de hond. Naast het hebben van een goede conditie van zowel de hond als van de voorjager, wordt er ook een beroep gedaan op de kwaliteiten van beiden. Bij de hond zijn dat o.a. spoorvastheid en werk wil en bij de voorjager het lezen van de hond en van de omgeving. Deze zullen bij de meeste honden (deels) zijn aangeboren maar vereisen bij zowel hond als voorjager ook de nodige training en ervaring.